Met de opkomst van de industriële revolutie in de tweede helft van de 19e eeuw ontstonden en verdwenen nieuwe kunststromingen in een steeds sneller tempo. Dit weerspiegelde de versnellende veranderingen in onze samenleving. In dit artikel geven we een overzicht van belangrijkste moderne kunststromingen.
In de late 19e eeuw kwam de kunst in een echte stroomversnelling met de opkomst van een veelvoud van nieuwe kunststromingen. Dit werd mogelijk doordat de samenleving in deze periode ook steeds meer ruimte gaf voor “vrijer denken” en daarmee vrijere expressie.
Tot de belangrijkste en meest bekende moderne kunststromingen van de late 19e tot de late 20e eeuw kunnen de volgende gerekend worden:
- Impressionisme (1870)
- Postimpressionisme (1886)
- Art Nouveau (Jugendstill) (1880)
- Fauvisme (1905)
- Expressionisme (1905)
- Kubisme (1907)
- Abstracte Kunst (1910)
- Surrealisme (1924)
- Popart (1950)
- Op-art (1955)
De start van de moderne kunststromingen: Het impressionisme
Impressionisme: ca. 1870 – 1890
De geschiedenis van de moderne kunststromingen begon met het impressionisme. Deze kunststroming ontstond in Parijs, Frankrijk in de jaren 1870 als een reactie op de formele en rigide schilderstijl die in studio’s werd gehanteerd en door traditionele instellingen zoals de Académie des beaux-arts in Parijs werd voorgeschreven.
Het schilderij “Dejeuner sur l’herbe” (zie onder) kan worden beschouwd als het begin van het impressionisme. De tentoonstelling van dit beroemde schilderij van Édouard Manet in 1863 in de Salon des Refusés (georganiseerd door kunstenaars die waren afgewezen door de Académie des Beaux-Arts) veroorzaakte een schandaal.
“Le Déjeuner sur l’herbe” presenteert een gedurfde compositie die sterk afwijkt van de traditionele academische kunst uit de tijd van Édouard Manet. Het schilderij toont een scène van ontspanning, met twee geklede mannen en een naakte vrouw die recht in de ogen van de kijker kijkt. Deze directe blik is verontrustend en werd destijds als brutaal provocerend ervaren.
De ongegeneerde naaktheid van de vrouw, in contrast met de volledig geklede mannen, doorbreekt de traditionele weergave van naakten, die meestal naakte figuren binnen mythologische of allegorische contexten plaatsten. Manets keuze om deze moderne Parijzenaren in een eigentijdse setting te plaatsen, zonder enige mythologische schijn, daagde de verwachtingen van de kijker en de morele normen van die tijd uit.
Over het algemeen gaven impressionistische schilders de voorkeur aan het schilderen in de buitenlucht en bestudeerden het effect van licht op objecten. Hun favoriete onderwerpen waren landschappen en scènes uit het dagelijks leven.
De bekendste namen in het impressionisme zijn Édouard Manet, Claude Monet, Edgar Degas, Camille Pissarro en Pierre Auguste Renoir in Frankrijk, en Alfred Sisley in Engeland.
Het vervolg: Het postimpressionisme
Postimpressionisme: ca. 1886 – 1914
In de late jaren 1880 begon een groep jonge schilders zich los te maken van het impressionisme en zocht naar onafhankelijke artistieke stijlen om emoties uit te drukken. Deze kunstenaars, waaronder Paul Gauguin, Georges Seurat, Vincent van Gogh en Paul Cézanne, concentreerden zich op diepere symboliek en creëerden werken gekenmerkt door vereenvoudigde kleuren en duidelijke vormen. Hoewel ze destijds niet als een collectieve beweging werden gezien, werden ze later door criticus Roger Fry geclassificeerd als Post-Impressionisten.
Georges Seurat, een van de belangrijkste figuren in deze groep, ontwikkelde een stijl die bekend werd als Neo-Impressionisme.
Paul Gauguin startte vanuit een vergelijkbare impressionistische basis, maar ontwikkelde een stijl die gekenmerkt wordt door stevige kleurvlakken en duidelijk gedefinieerde vormen, vaak met exotische thema’s en persoonlijke en religieuze symboliek.
Vincent van Gogh, die korte tijd met Gauguin samenwerkte, streefde ook naar een persoonlijke uitdrukking in zijn kunst.
Dimanche d’été à la Grande Jatte
De post-impressionisten hebben door hun radicaal onafhankelijke stijlen en toewijding aan unieke artistieke expressie een blijvende invloed gehad op generaties kunstenaars, waaronder de Nabis, Fauves en moderne Amerikaanse schilders.
Art Nouveau, de decoratieve kunststroming
Art Nouveau (Jugendstil): ca. 1880 – 1910
Art Nouveau is Frans en betekent ‘Nieuwe Kunst’. Het wordt gekenmerkt door een zeer decoratieve stijl en een toewijding aan natuurlijke vormen. Art Nouveau was populair van ongeveer 1880 tot 1910 en was een internationale kunstbeweging.
In verschillende landen werd deze stij anders genoemd. Zo noemnden de Duitsers het Jugendstil, de Italianen Liberty, de Oostenrijkers Sezessionsstil en de Spanjaarden Arte Joven.
Art Nouveau was niet beperkt tot schilderkunst of prentkunst, maar omvatte alle kunstvormen, waaronder architectuur, meubels, sieraden, glaswerk en illustratie.
Goede voorbeelden van Art Nouveau zijn de metro-ingangen in Parijs, het glaswerk van Emille Gallé en Louis Comfort Tiffany in de Verenigde Staten, of de posters van Alphonse Mucha. Een beroemde schilder binnen deze stroming is Gustav Klimt.
Art Nouveau overleefde de Eerste Wereldoorlog niet, mogelijk door de hoge prijzen voor Art Nouveau-objecten. Met de filosofische wortels in hoogwaardig handwerk, was Art Nouveau niets voor massaproductie.
Het fauvisme
Fauvisme: ca. 1905 – 1910
Het woord Fauvisme komt van het Franse woord ‘fauve’, wat ‘wilde dieren’ betekent. En inderdaad, deze nieuwe moderne kunststijl was een beetje wild, met sterke en levendige kleuren. Fauvisme was een korte, maar invloedrijke kunststroming in Frankrijk, actief voornamelijk in de eerste vijf jaar van de 20e eeuw.
Paul Gauguin en de Nederlandse schilder Vincent van Gogh hadden het impressionisme tot het uiterste gedreven door expressieve kleuren te gebruiken. Fauvisme ging nog een stap verder door vereenvoudigde ontwerpen te combineren met een ‘orgie van pure kleuren’, zoals het door critici werd gekarakteriseerd.
De eerste tentoonstelling van fauvistische kunstenaars vond plaats in 1905. De bekendste fauvisten zijn Henri Matisse, André Derain, Maurice de Vlaminck, Kees van Dongen en Raoul Dufy.
Het expressionisme
Expressionisme: ca. 1905 – 1920
Het expressionisme kan in eenvoudige termen worden gezien als een soort Duitse moderne kunst stroming van het fauvisme en was georganiseerd in twee groepen Duitse schilders.
De eerste groep heette Die Brücke, wat letterlijk ‘De Brug’ betekent. Zij bevonden zich in Dresden en bestond uit kunstenaars zoals Ernst Ludwig Kirchner, Erich Heckel, Emil Nolde, Max Pechstein, Otto Mueller en Karl Schmidt-Rottluff. Na de Eerste Wereldoorlog werd deze groep gevolgd door een andere groep kunstenaars, die zichzelf Dresdner Sezession noemden.
Erich Heckel bij zijn ezel
De tweede expressionistische kunstenaarsgroep was gevestigd in München. Deze groep staat bekend als Der Blaue Reiter, wat ‘De Blauwe Ruiter’ betekent. Bekende namen zijn Franz Marc, August Macke, Gabriele Münter, Wassily Kandinsky, Paul Klee en Alexej Jawlensky.
Eén van de meest hoekige kunststromingen: Het kubisme
Kubisme: ca. 1907 – 1920
Het kubisme was voornamelijk beperkt tot schilderkunst en beeldhouwkunst. Desondanks had het een grote invloed op de ontwikkeling van de moderne kunst.
Kubisme werd vóór de Eerste Wereldoorlog geïnitieerd door de Spanjaard Pablo Picasso en de Fransman Georges Braque in Parijs, Frankrijk. Paul Cézanne, die gezien wordt als hun voorloper, wordt meestal geclassificeerd als post-impressionist.
Kubisme heeft sterke wortels in Afrikaanse stamkunst. In het kubisme worden geometrische vormen en fragmentaties gebruikt. Alles wordt teruggebracht tot geometrische vormen.
Naast Pablo Picasso en Georges Braque worden ook Robert Delaunay, Marcel Duchamp, Juan Gris en Lyonel Feininger genoemd als beroemde kunstenaars. Het Kubisme baande als kunststroming de weg voor abstracte kunst.
De meest vrije van alle kunst stromingen: De abstracte kunst
Abstracte kunst: ca. 1910 – heden
De in Rusland geboren schilder Wassily Kandinsky wordt beschouwd als de vader van de abstracte kunst. Als je ooit in München bent, mag een bezoek aan het Lenbachhaus Museum niet ontbreken. Hier zijn veel schilderijen van Wassily Kandinsky te zien, en daar kun je goed zien hoe zijn stijl zich geleidelijk ontwikkelde naar half-abstracte en vervolgens abstracte schilderkunst.
Piet Mondriaan, een Nederlandse schilder, is een ander dominant figuur in de opkomst van de abstracte schilderkunst. Mondriaan maakte kennis met het kubisme in Parijs.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog emigreerden veel vooraanstaande kunstenaars naar de Verenigde Staten, zoals Max Ernst, Marcel Duchamp en Marc Chagall. Zo werd New York het nieuwe centrum voor moderne kunst en abstracte schilderkunst.
Abstracte kunst is een brede kunststroming die tot op de dag van vandaag invloedrijk blijft.
Het Surrealisme, kunst rechstreeks uit iemands droom
Surrealisme: ca. 1924 – 1940
Het surrealisme is een van de vele moderne kunststromingen die zich in de 20e eeuw ontwikkelde. De filosofische ‘vader’ van deze kunststroming was André Breton, een Franse dichter en schrijver die in 1924 in Parijs de surrealistische richtlijnen publiceerde, genaamd het Manifest.
Surrealisme legt de nadruk op het onderbewuste, de betekenis van dromen en het psychologische aspect in de kunsten. Surrealisme werd een belangrijke beweging in de beeldende kunst, literatuur en films (bijvoorbeeld door de Spanjaard Buñuel).
Voor de beeldende kunst zijn de bekendste namen Salvador Dalí, de Italiaan Giorgio de Chirico met zijn vreemde en onheilspellende stadsgezichten, Marcel Duchamp, Max Ernst, Joan Miró, Yves Tanguy, René Magritte en de Rus Marc Chagall.
De kunststroming in uit het dagelijks leven: Popart
Popart: ca. 1950 – 1970
Popart is een afkorting van ‘populaire kunst’. De naam zegt het al. De Popart-beweging wilde kunst terugbrengen naar het dagelijks leven van mensen en was één van de meest populair kunstromingen in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.
Popart was een reactie tegen abstracte schilderkunst, die popartiesten als te verfijnd en elitair beschouwden. De favoriete beelden van popartiesten waren alledaagse objecten, zoals soepblikken voor Andy Warhol of stripfiguren voor Roy Lichtenstein.
Typisch voor de houding van de Popart-beweging was Andy Warhol’s gebruik van zeefdruk, een fotorealistische massaproductietechniek voor prentkunst. Popart drong door in de media en reclame en de verschillen tussen beeldende kunst en commerciële kunst werden opzettelijk afgebroken.
Een uitstekend voorbeeld hiervan zijn de ontwerpen van platenhoezen in de jaren zestig. De onbetwiste cultfiguur van de popart was Andy Warhol (1928-1987). Andere grote namen zijn Jasper Johns, Robert Rauschenberg, David Hockney, Claes Oldenburg, Roy Lichtenstein, George Segal, en James Rosenquist. De Popart-beweging was voornamelijk een Amerikaanse en Britse kunstbeweging.
Op-art, één van de meest hypnotiserende kunst stromingen
Op-art: ca. 1955 – 1970
Na Popart was er Op-art, een afkorting van ‘optische kunst’. Op-art uitte zich met gereduceerde geometrische vormen, soms in zwart-wit contrasten en soms met zeer briljante kleuren.
De meest prominente kunstenaar is de in Hongarije geboren Victor Vasarely.
Andere bekende grote namen in deze kunststroming zijn Bridget Riley en Richard Anuszkiewicz.
Op-art zelfs zijn weg naar modeontwerp, maar het slaagde er nooit in een echt populaire massabeweging in de moderne kunst te worden zoals Popart en andere kunststromingen dat wel werden